Beestjes… allemaal beestjes…
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
15 November 2018 | Namibië, Okaukuejo
Ons eerste stopje is bij het Petrified Forest. Ook ‘forest’ lijkt hier een ruim begrip te zijn want het gaat hier om een kleine serie boomstammen die miljoenen jaren geleden met het smeltwater na de laatste ijstijd naar deze streek zijn vervoerd en 1500 meter onder de oppervlakte hebben gelegen maar in de loop van de eeuwen bloot zijn komen te liggen. Tijdens hun tijd onder de oppervlakte zijn de cellen van het hout door de afwezigheid van zuurstof veranderd in gesteente. Het meisje dat onze gids is noemt de drie verschillende componenten wel op (ik herinner me alleen 'silica’) maar het is allemaal zo monotoon dat het lastig is alles te onthouden. Ze hebben er allemaal last van hier. In allerhande kantoortjes, aan de receptie van de lodge, in het restaurant… in deze streek lijkt iedereen ongeïnteresseerd en ongeorganiseerd. We rijden naar het noorden vandaag; hopelijk heerst er daar iets meer natuurlijk enthousiasme voor het leven in zijn algemeenheid.
Het is beestjestijd! En dan hebben we het niet over creepy-crawlies (al zal Sylvain later op de avond wel heldhaftig een tweetal kakkerlakken vangen en resoluut de deur van ons logement wijzen) maar het ‘echte werk’: het groot wild. Tijdens de afgelopen weken hebben we uiteraard al het nodige aan wild gespot (springbok, oryx, mountain zebra, wildebees), maar de echte rovers en grote joekels hebben we nog niet gezien en dat hopen we wel te gaan doen: we gaan naar het ruim 22.000 km2 grote Etosha National Park.
Als we de entreepoort binnenrijden zijn daar wat wegwerkzaamheden aan de hand. We rijden stapvoets maar zien niemand die ons staande houdt dus tuffen we verder. Wanneer we 17 kilometer verderop bij de receptie arriveren, vraagt de dame aldaar ons naar de permit die we bij de entreepoort hadden moeten halen. Het is weer een knap staaltje van de werkverschaffing die in Namibië hoogtij lijkt te vieren… in Swakopmund stonden er ook maarliefst 4 dames achter de receptie van ons hotel: de eerste gaf ons het inschrijfformulier dat we moesten invullen, de tweede vroeg om een paspoort en gaf dat vervolgens door aan dame 3, waarna dame 4 het overnam en er een kopie van maakte. Vervolgens kwam het via dezelfde weg weer terug. Zucht. Hier zullen we dus ook 17 kilometer terug moeten naar de poort, daar een permit halen, die we dan vervolgens hier aan de receptie moeten laten zien. We hebben nog geluk dat deze dame dan wel meteen met ons de permitkosten gaat afrekenen en we daar niet voor naar een volgend loket hoeven. Maar goed, met blij gemoed gaan we weer terug naar de poort, waar overigens een zeer vrolijke en jolige dame zit die het leven in een klein hokje achter een beeldscherm waar ze de hele dag alleen maar kentekens in zit te voeren tenminste nog leuk maakt voor zichzelf èn de bezoekers. Ze heeft voor iedereen een praatje en de ultieme tip over hoe je een huwelijk tientallen jaren lang goed houdt: breng hem elke dag met een glimlach een kopje thee op bed.
We maken op de terugweg naar de entreegeldendame een detour en dat is een geweldige beslissing, want op dat kleine omweggetje van een kilometer of acht zien we zes giraffen voorbij marcheren, een hele serie zebra’s (waaronder een überschattig jonkie) de weg oversteken, een kleine verzameling wildebees bij elkaar schurken en een setje struisvogels met twee pluizige kuikens de revue passeren. Wow, en dan tellen we alle springbokjes met hun mooie kromme hoorns er nog niet eens bij op. Na het betalen van de permitkosten schaffen we ook een gedetailleerde kaart van het park aan en dan hebben we nog net even een uurtje tijd voordat we aan onze gereserveerde dinertafel dienen te verschijnen.
We zoeken één van de dichtstbijzijnde waterholes op en daar is het meteen bingo. In de verte loopt een olifant voorbij, en hier, best wel dichtbij, liggen enkele leeuwinnen met interesse te kijken naar een grote kudde springbokken. Eén leeuw loopt bedaard rond en eentje ligt te suffen onder een boom; als het zover is krijgen ze hun kostje toch wel geserveerd. Zou die dame in dat permithokje dan toch gelijk hebben? Op de achtergrond staat een viertal struisvogels zichzelf te vermaken en met een air van “tomtiedom, ik doe even onopvallend” loopt er een jakhals langs de springbokken. Echt zó geweldig! Helemaal blij rijden we terug naar ons huisje en worden dan nog even getrakteerd op een prachtige kori bustard die langs de weg scharrelt.
Na het eten lopen we nog even langs het waterhole dat bij onze lodge (en dat is hier een heel dorp: een camping, hotelkamers, gewone huisjes, luxe huisjes, family units… het is echt groot hier) hoort en dat ’s avonds verlicht is. Er zitten aardig wat mensen omheen maar gelukkig heerst er een eerbiedige stilte en dat is ook terecht: niet elke avond kun je kijken naar een drietal olifanten dat rustigjes aan een waterplek staat, zo nu en dan een slokje neemt en verder geruisloos met elkaar communiceert. Ik maak wat foto’s (als er ééntje scherp gelukt is ben ik al blij) en merk op een gegeven moment dat ik een enorme glimlach op mijn gezicht heb. Wow, wat een middag was dit! En dan hebben we nog twee volle dagen in dit park te gaan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley