Van Windhoek naar Fish River Canyon
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
02 November 2018 | Namibië, Keetmanshoop
Vandaag gaan we een lange tocht van zo’n 650 kilometer tegemoet, maar ondanks enkele bezorgde kreten van de touroperator – het is een weekdag, er is een hoop verkeer inclusief vrachtverkeer, zouden jullie toch niet ergens een extra overnachting inlassen – besluiten we dit wel in één ruk te gaan volbrengen. Met twee mensen die rijden zou dat toch echt wel te doen moeten zijn. En het valt ons alleszins mee. Het is duidelijk dat een Namibisch “het is druk op de weg” in dit geval gelijk staat aan een Nederlands “er is bijna geen kip op de weg”… de gemiddelde Namibische touroperator heeft waarschijnlijk nog nooit de A12 tussen Den Haag en Utrecht meegemaakt.
We maken even een pitstop annex pisstop bij het onooglijke plaatsje Kalkrand – en die naam is wellicht ontleend aan de staat van de openbare toiletten die we bezoeken. Ik moet het schrikbarende bedrag van 2 dollar (dat is circa 12 eurocent) neertellen en ik vermoed dat dat een bijdrage is aan de paar liter doorspoelwater die ik verbruikt heb; het is in elk geval niet voor een WC-bril, een schoon toilet, WC-papier of een slot op de deur, want dat is er allemaal niet. Nee lekker joh.
Deze eerste lange rit is echt bedoeld om kilometers te vreten, maar vlak voor Keetmanshoop maken we een stopje bij het Quiver Tree Forest, een klein particulier parkje waar een heleboel kokerbomen bij elkaar staan. Prachtig zijn ze, deze sprookjesachtige bomen met een stam die wel van gekneed deeg lijkt te zijn en hun korte takken met leerachtige blaadjes die als handjes uitgestrekt naar de hemel wijzen. We zijn er even alleen maar dan horen we het geluid van andere stemmen en komt er een hele groep aan. Iets in het timbre van een mannenstem zegt me dat het Nederlanders zijn, en als ik “kun je iets hoger staan staan Bep, zo staan weer je benen niet op de foto” hoor dan wordt die indruk bevestigd. Ze zijn ook overal hè.
Een paar kilometer verderop is de Giant’s Playground, een terrein waar grote basaltblokken op elkaar gestapeld staan, inderdaad alsof een reus zijn blokkendoos heeft omgekeerd en na er even mee te hebben gespeeld het hele zaakje heeft laten liggen tot een volgend speeluurtje. Sommige stapels stenen hebben een hoog Tetris-gehalte, en van andere vragen we ons af hoe het mogelijk is dat ze a. zo gestapeld staan en b. nog steeds niet zijn omgevallen. Het is prettig om eventjes de benen te strekken na de eerste 500 kilometer, en dit is ook een prima plekje om even van de rust te genieten; Bep en Co zien we hier gelukkig niet verschijnen. Als mooie bonus zien we op de ene stapel stenen een klein formaat roofvogel (iets valk-achtigs vermoed ik) zitten, en bewegingsloos aan de overkant van het wandelpad zit een een schitterende hagedis met blauw-metallic gloed op zijn huid. Het korte uitstapje naar deze twee kleine pareltjes is tevens onze kennismaking met de Namibische gravel-wegen en die valt eigenlijk ook niet tegen – totdat we ingehaald worden door een zwaarlijvige truck die een stofwolk genereert van een dusdanig formaat dat we enkele ogenblikken echt totaal verblind zijn. Instant dichte mist, die langzaam weer verwaait en neerdaalt.
In Keetmanshoop gooien we de tank vol en doen we wat boodschappen bij een klein supermarktje. Het is typisch een eerste dag: hoe moet eigenlijk die tankdop open? Wat voor kleur hebben die briefjes van het lokale geld? Hoe moeten we onze oren laten wennen aan de Afrikaanse tongval van het Engels dat ze spreken? Als ik de supermarkt uitloop en op de afstandsbediening druk, hoor ik de auto open gaan. Maar hoe ik ook trek aan die voordeur, ik krijg hem niet open. Ik wil net hardop gaan schelden als ik besef dat ik aan de voordeur van een andere auto sta te trekken… die van ons staat er vlak achter. Ahum. Eerste dag dus.
Als de avond nadert en de zon een beetje daalt, komen we aan bij ons volgende adres, waar we lekker drie nachten zullen blijven. Het strijklicht van de zakkende avondzon werpt een prachtige gloed over de kleine bergketen waar we langs rijden. Een bijzondere reeks bergen die geen toppen hebben, maar gezamenlijk een soort plateau vormen; de eerder genoemde reus lijkt hier met een groot paletmes langs te zijn gegaan en de scherpe toppen eraf te hebben gesneden. Op de stukjes weg waar we tegen de zon in rijden zien we een schitterend ton-sur-ton in laagjes aan de horizon: het diepe geel van de zonneschijn en daaronder verschillende laagjes van licht- naar donkerbruin. En vandaag hebben we behalve de roofvogel en de hagedis ook een overstekende aap, een grazende oryx, een enorme opvliegende vogel (waarschijnlijk een kori bustard met een kleine twee meter spanwijdte), een heel stel struisvogels en een stel geweldige jonge springbokken in aktie gezien. En terwijl ik dit verhaal zit te typen komt er een joekel van een oryx op zijn gemakje voor ons huisje langs lopen. Wow. Gelukkig hebben we de kudu-goulash op en niet de oryx-variant die de serveerster eerder vanavond aanprees.
-
05 November 2018 - 12:13
Caroline:
Hahahahaha!!! ZO herkenbaar, dat gesjor aan de deur van een verkeerde auto....
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley