Wandelen en wateren
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
21 November 2018 | Botswana, Moremi
We staan met de hele bubs uit het kamp (momenteel zijn dat acht bezoekers) geboekt voor een walking safari – een paar uur te voet door de bush en dan maar kijken wat je tegenkomt – en dat lijkt ons best lekker want we zitten al vrij veel deze vakantie. Het plan is om met de jeep eerst naar een geschikte plek te gaan en vanaf daar een lus te lopen, en dus krijgen we eerst een vleugje ‘African massage’ zoals een ritje over de hobbeldebobbelwegen hier bekend staat. “We gaan op de heenweg niet al te veel stops maken want anders blijft er zo weinig tijd over voor de wandeling” is de instruktie die we mee krijgen.
Gisteren tijdens onze afternoon game drive vertelde gids July dat hij twintig jaar geleden onderwijzer was, maar dat hij op zoek was naar meer afwisseling en dat hij daarom als gids is gaan werken, want elke dag is hier anders. Een waar woord, want we zijn nog geen twintig minuten op pad langs de rivier of daar ligt de troep leeuwen die we gistermiddag in beeld hoopten te krijgen. Een majestueuze man met manen, een paar vrouwtjes, jonge leeuwen, en nog een paar echte jonkies die wat meer op de achtergrond zitten (helaas te ver voor mijn camera om te kunnen vangen, maar gelukkig wel goed te zien via de verrekijker); het zijn er twaalf of meer. Er gebeurt niet zo bijster veel maar het is toch fascinerend om de groep te zien. Een enkele keer staat een van de leeuwen op, loopt een paar passen en laat zich dan met veel gevoel voor dramatiek weer op de grond vallen: “Oh! Ik heb het zó druk vandaag!” Eentje ligt er op zijn rug met zijn poten opgetrokken, alsof hij ons wil uitnodigen hem over zijn buik te kriebelen. Uiteraard gaat zulk nieuws als een lopend vuurtje in deze contreien (toen wij hier kwamen aanrijden stonden er al twee jeeps van andere lodges) en het stroomt langzaam vol met jeeps vol fotograferende toeristen. Begrijpelijk want iedereen wil een mooi plaatje schieten, maar sommige wagens gaan zó dichtbij staan dat ze ten eerste de leeuwen verstoren en ten tweede onze groep geen plaatje kan schieten zonder dat er een auto op staat. We zitten hier nou niet bepaald om reclamefoto’s voor een (andere) lodge te schieten dus wij gaan weer door en maken plaats aan de rivier voor een andere jeep.
We parkeren de auto ergens midden in de bush (we lopen ervan weg terwijl de walkie-talkie nog sputtert … het is net een beetje alsof we een zielig protesterend opaatje tussen de struiken achterlaten) en gaan op pad. Het systeem is hetzelfde als dat van de Tok Tokkie Trail: we lopen een stukje, staan stil bij sporen of keutels en gids July vertelt er wat over. Hij weet echt heel veel van de materie. Afgezien daarvan zouden we het niet in ons hoofd halen om niet naar hem te luisteren want hij loopt met een geweer onder het motto ‘je weet maar nooit’. Backup gids KB die de rij sluit (we lopen in een rij van 1 breed achter July aan en KB is steeds de laatste zodat er nooit twijfel is over de compleetheid van de groep) loopt met in de hand een kapmes van een halve meter lang. Juist ja. Het is dus niet zomaar een zorgeloze wandeling en dat blijkt wel, want er loopt hier een groep olifanten rond die we echt niet willen verstoren omdat er anders ellende van komt: ze hebben namelijk kleintjes erbij zitten. We moeten derhalve op een zeker moment een omtrekkende beweging terug naar de auto maken omdat de olifanten zich ook bewegen, en de eerst gekozen detour houdt al snel op omdat July daar een buffel in de verte in het vizier krijgt. Volgens hem ‘the deadliest animal in the bush’ dus diens pad willen al helemaal niet kruisen! Afgezien van dit spannende momentje is de wandeling vrij relaxed. Het minst welriekende moment is wanneer we het karkas van een olifant passeren. Het is al in verregaande staat van ontbinding en vrijwel opgedroogd (als het natte seizoen begint zullen de hyena’s weer terugkomen om het klusje af te maken want dan worden de overgebleven repen huid weer wat soepeler en dus eetbaar) maar tijdens de zuchtjes wind die deze ochtend voorbij komen krijgen we toch nog wel wat ‘eau de corps’ mee. Een eindje verderop worden er selfies gemaakt met een serie giraffen op de achtergrond en als we terug zijn bij de jeep – ik heb werkelijk géén idee hoe ze die hebben teruggevonden maar de gidsen hier zijn echt meesters in het herkennen van de omgeving – krijgen we een bakkie koffie of thee geserveerd terwijl we uitkijken op een kleine kudde zebra’s. Als we dan tijdens onze African massage op de terugweg naar de lodge ook nog een enorme groep olifanten van dichtbij zien (in alle formaten, echt geweldig) dan mogen we concluderen dat we weer een zéér geslaagde ochtend achter de rug hebben. En dan is het nog maar half tien.
Na de siësta (echt wel lekker hoor, een beetje snurken en lezen zo midden op de dag) gaan we op pad voor een tochtje in een mokoro: van oorsprong een uitgeholde boomstam maar tegenwoordig een kunststof kajak, die wordt voortbewogen door een man-met-lange-stok. Grappig genoeg is onze paler dezelfde man die ons ophaalde van de airstrip; je moet in deze omgeving wel multifunctioneel inzetbaar zijn denk ik, om een beetje een boterham te kunnen verdienen. Op de heenweg naar het ‘mokoro station’ (een plekje aan de rivier waar we makkelijk kunnen inschepen; er is geen steiger ofzo) begon het aardig te roffelen op het zeilen dak van de jeep – regen! – en dus twijfelden we of het tochtje wel door kon gaan, maar volgens betrouwbare bronnen die ons via de walkie-talkie bereikten is het aan dat stukje rivier goed te doen. We krijgen op bestemming van July poncho’s uitgereikt (ze denken hier echt aan alles) en gaan letterlijk goedgemutst de boot in, twee per mokoro. En na nog geen tien minuten op pad houdt het op met regenen. Fijn zo! En dan floaten we lekker over het water. Wat een verschil met een jeeptochtje, waarbij je vrijwel continu de dieselmotor hoort ronken. En ook een verschil met de wandeling van vanmorgen, waarbij je niet anders kunt dan kraken over de droge bladeren en takjes wanneer je loopt. Dit is echt compleet geruisloos en vredig, en uiteraard ook qua perspectief heel anders, zo vanaf laag in het water. We zien vogels en vogeltjes, over het water schaatsende insecten en rondsnorrende libellen. En omdat het water zo kalm is zijn er ook heel wat mooie spiegelplaatjes te schieten.
Na een uurtje gaan we aan land, één van de mokoro’s wordt omgedraaid en hopla! , dan is de bar geopend, want er is weer van alles meegenomen in een joekel van een koelbox. Ze zijn hier op eenvoudige wijze echt van alle gemakken voorzien: vanmorgen tijdens de wandeling werd onze thee geserveerd op de grill van de jeep, die naar voren uitklapbaar bleek te zijn en zo een dienblad werd. Wat zijn we blij dat dit tochtje is doorgegaan en dat we niet zijn teruggekeerd vanwege de regen! Want we hebben weer een Afrikaanse visarend gespot, hebben onder andere een schitterende bijeneter en een kleurige ijsvogel gezien, zijn (met een boog van ontzag, dat wel) langs een nijlpaard gevaren en tja, een prachtige kale boom met daarin maarliefst 17 zwarte ooievaars met een heel speciale open snavel kom je ook niet dagelijks tegen. Een waardig afscheid van deze stek, want morgen gaan we weer door.
-
23 November 2018 - 07:58
Moeke:
Hallo Nolke en Syl, dit wordt denk ik een van de laatste reacties die ik jullie stuur. Want het eind van de reis is in zicht. Weer genoten van de verhalen en ik kon het goed invoelen het tochtje met de mokoro, tussen de hypo's en de lotusbloemen. Geweldig allemaal hé?
Geniet nog van jullie laatste dagen en van de Victoriawatervallen.
Liefs ook van Pipa. Hij heeft gisteren nog jullie whattappie ontvangen met de toastscene.
Dikke kus voor beiden
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley