Freubelrotsen
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
14 November 2018 | Namibië, Khorixas
Koelde op onze vorige hete bestemming (Sossusvlei) de lucht nog flink af gedurende de nacht, hier was het gisteren bloedheet, vannacht bloedheet en deze morgen bloedheet, en daardoor hebben we allebei bar slecht geslapen. De jongen van het hotel die ons gisteren hielp met het deblokkeren van het kluisje in de kamer (ondergetekende dacht dat ze wel wist hoe het ding werkte aangezien al die kluisjes één pot nat zijn – nou ja, dat was dus niet zo en er zat geen beweging meer in nadat ik er met mijn tengels had aangezeten) zegt treffend dat “the rocks are being baked by the sun during the day”, en aangezien we hier omgeven zijn door hele hoge rotsen blijft de warmte ook lang hangen.
Rotsen zijn ook onze focus van de dag. We brengen eerst een bezoek aan de rotstekeningen van het San volk die in deze omgeving in veelvoud te vinden zijn; Twyfelfontein – zo genoemd door de Duitse boer David Levin die zich hier in 1946 met zijn gezin vestigde, gedurende 18 jaar een boerderijtje had en ondervond dat de natuurlijke bron hier dan weer wel en dan weer geen water gaf – is in 2007 zelfs op de Werelderfgoedlijst geplaatst. We krijgen een rondleiding van gids Dion die ons wat achtergrondinformatie bij de tekeningen verschaft. Het blijft altijd gokken wat de betekenis precies is, maar algemeen wordt aangenomen dat de rotstekeningen werden geplaatst als wegwijzers naar de waterbronnen in de buurt, en als boodschappen over de aanwezigheid van wilde dieren om te kunnen jagen.
En wilde dieren staan er genoeg getekend: we zien duidelijk herkenbare struisvogels, giraffen en neushoorns. Het lijkt er zelfs op dat een groep ooit een tocht naar de kust heeft gewaagd, want op één van de rotsen zijn zowaar een zeehond en een pinguin te zien. Al deze tekeningen zijn gefreubeld op stukken rots die kriskras hier verspreid liggen, maar dit is ooit één hele rots geweest die in stukken uiteen is gevallen; wie weet wat er dus nog allemaal aan onontdekte tekeningen onder ligt.
Na deze culturele uitspatting vervolgen we onze weg naar een natuurlijk fenomeen: de Organ Pipes. We arriveren op een gravel parkeerplaatsje in de bergen, waar een jongen in een rood overhemd ons begroet – op het borstzakje staat ‘security’ geborduurd. De jongen zegt dat hij Nico heet, “just like my father who is Nicolas Cage. My uncle is Arnold Schwarzenegger. My grandfather Jean-Claude van Damme has a sixpack, but I have an eightpack” en hij telt de packjes uit op zijn rode overhemd. Dus. Dan vertelt hij ons nog even dat Sylvain the ‘chief’ is, en ik krijg te horen dat ik de ‘boss-lady’ ben, zo denkt hij ons beiden te vriend te houden waarschijnlijk. Als het toneelstukje voorbij is wijst hij op een kleine rieten constructie achter zich: “that is the office, please register there”. In het ‘kantoortje’ (waarin zich twee vrouwen, een baby en een slapende jongen bevinden, goed professioneel kantoortje dus) moeten we allerhande informatie invullen; we hebben dit bij meerdere bezienswaardigheden moeten doen en waar het in bijvoorbeeld de nogal grote Sossusvlei wel echt zijn nut had op de dag zelf (om te zien of alle bezoekers bij zonsondergang het park verlaten hebben) vermoed ik dat het hier vooral bedoeld is om inzicht te krijgen in de hoeveelheden bezoekers en hun nationaliteit. Misschien dat de best bezochte attractie van het land als eerste een asfaltweggetje…?
De Organ Pipes is een verzameling van honderden kolommen van doloriet in verschillende tinten bruin die mogelijk 120 miljoen jaar geleden zijn ontstaan toen het gesteente afkoelde; dat leverde eigenaardig genoeg vrijwel perfect verticale breuken op, op vrijwel dezelfde afstand van elkaar. We bevinden ons echter in een droge rivierbedding dus ik vraag me wel af hoe ze dit toeristisch gezien doen in het regenseizoen; maar misschien is Nico wel aan zijn eightpack gekomen omdat hij dan de bezoekers per roeiboot naar de orgelpijpen vervoert.
Vlakbij is de Burnt Mountain, een serie vreemde zwarte bergjes in het verder terra-kleurige landschap. Het is niet erg enerverend omdat we hier op het verkeerde moment van de dag zijn; naar het schijnt werken deze zwarte hellingen als een soort prisma met het licht van de ondergaande zon en kun je dan een regenboog aan kleuren zien. Uiteraard zijn wij hier weer eens op het midden van de dag… we hebben zelfs nauwelijks een schaduw op dit uur.
Op de terugweg naar de lodge proberen we nog naarstig het Wondergat te vinden: een enorm gat in de grond waarvan men aanneemt dat het een ingestorte ondergrondse grot is. Wat het ook is, het is op zeker wonderlijk want we zien er helemaal niets van terwijl we volgens het kaartje wel goed zouden moeten zitten … een wegwijzertje zou niet gek zijn!
Terug naar de lodge dan maar: we gaan ons tot veertig graden opgewarmd flessenwatertje inruilen voor een rock shandy (ijsklontjes, spuitwater, limonade en angostura-siroop: een echte aanrader).
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley