Licht en donker in de jungle
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
18 Oktober 2014 | Australië, Daintree
Het laatste lootje aan onze vakantieboom voert ons een stukje noordwaarts, naar het Daintree National Park. Het oudste oerbos ter wereld met onder andere honderden vogelsoorten en tientallen soorten hagedissen, en dat terwijl het slechts 2,2% van de oppervlakte van Australië beslaat. We krijgen een voorproefje in de Mossman Gorge, waar we een wandeling van 3 km lopen. Wat een geweldige dingen heeft Moeder Natuur toch bedacht! Neem nou de buttress roots. Waar een gewone boom een ondergronds wortelstelsel heeft, moeten de bomen in dit regenwoud zich behelpen met nog geen twee meter grond, waarvan slechts de bovenste 30 centimeter voedingswaarde heeft. Hier heeft elke ambitieuze boom dus buttress roots: bovengrondse wortels die aan de onderkant van de stam uitwaaieren als een zomerrok, of als een gedrapeerd gordijn. Maar dan solide, en soms wel tientallen meters lang. Ze zijn echt schitterend om te zien. We zien hier ook een veelheid aan paddestoelen op de bomen, in zwart, wit, en een reeks terrakleuren. Ondertussen horen we het ruisen van het gebladerte ver boven ons, zo nu en dan aangevuld met het ruisen van één van de watervallen in deze kloof. Mooi!
De Cape Tribulation Road gaat voor een groot gedeelte langs suikerrietvelden. Het lijkt erop alsof de suikerbusiness een rijkelijk belegde boterham oplevert, want we zien meerdere nogal luxueuze hacienda’s op de berghellingen staan. Houten villa’s met grote veranda’s, fikse tuin omzoomd met wuivende palmbomen… dat werk. En natuurlijk allemaal met uitzicht op de oceaan! Langs de rietvelden loopt een heel smal spoorlijntje: the sugar cane train. Hier en daar op het traject staan enkele karretjes, hoog opgetast met geoogst riet in stukjes. We checken in bij alweer een ludiek plekje: we hebben weer ons eigen minihuisje in het woud, verbonden met andere huisjes en de receptie via een serie boardwalks. Leuk om zo onze accommodatiereeks te besluiten!
Ergens aan het begin van de reis schreef ik over casuarissen in Hyde Park in Sydney, maar daar zat ik vol-le-dig verkeerd. Als ik me goed herinner hoe die vogels eruit zagen waren het bij nader inzien waarschijnlijk ibissen. Casuarissen namelijk zijn een tikje groter: bijna manshoog! Ze leven hier in het regenwoud en zijn een beschermde diersoort. In het Red Centre en in Kakadu NP zagen we langs de wegen vooral de bekende gele ruitvormige borden met een kangoeroe erop; hier staat om de haverklap een bord met afbeelding van een casuaris. Waar er in Nederland nog op een enkele plek een ‘overstekend wild’-bordje staat heb ik nog nooit een hertje in mijn koplampen gezien, en ook hier verwacht ik er maar weinig van. Want tja, ik kan me zo voorstellen dat als je een lokale scharrelaar bent, er leukere plekken zijn om je heil te zoeken dan de naburige snelweg. Ik ben dan ook niet echt voorbereid op het moment dat Sylvain vol op de remmen staat – ik kijk op en zie het hoofd van een casuaris langs de auto voorbij gaan. Een vader met drie kuikens steekt de weg over! Omdat deze knapen nogal sterk zijn en heel agressief kunnen reageren blijf ik op veilige afstand, maar het is wel echt heel gaaf om deze enorme vogels van min of meer dichtbij te zien. De platypus is ons ontglipt, maar deze kan worden afgevinkt!
We brengen de avond wederom door in de jungle, maar dan begeleid: als het donker is treden we aan voor een Night Walk. Bij alle plekken die iets met verschillende Aboriginalvolkeren te maken hebben gehad, is ons ingeprent om respectvol te zijn en de plaats in kwestie met eerbied te behandelen. Het lijkt erop dat men bij PK’s Jungle Village (goeie naam ook), waar we worden opgepikt, deze memo niet heeft gekregen, want jemig, wat een luidruchtig hol is dit! Totaal onverwacht belanden we in een grote backpackersbar met biljart, TV-schermen waarop het niet al te subtiele Australian Football te zien is en keiharde muziek. Zijn wij even blij dat we hier niet verblijven.
De pickup plek maakt ons een beetje ongerust over de mogelijke kwaliteit van de tour, maar dat is ongegrond. We zijn met zijn achten en gids Brendan rust ons allemaal uit met een zaklamp, want dit is een interactieve bezigheid: we mogen allemaal om ons heen schijnen en roepen als we iets bijzonders zien of iets willen weten over datgene om ons heen. Gedurende twee uur lopen we midden door het aardedonkere regenwoud, en spotten we spinnen, een hagedis, kakkerlakken, een kleine tree dragon, een sour ants nest (als je een miertje hieruit pakt en zijn kont langs je tong haalt, krijg je een intens zure vloeistof binnen die je ongeveer een kwart van je dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C oplevert; Brendan doet het voor maar niemand in de groep heeft de moed om ook een mier af te likken), krekels, kikkers, torren en wandelende takken. De topper voor mij persoonlijk is een vogeltje dat heel lief op een dun takje zit te slapen. We gaan er heel stilletjes en voorzichtig langs (“guys, let’s be all ninja about this”), en het beestje blijft – gewoon op ooghoogte! – met zijn kopje onder zijn vleugel zitten pitten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley