Pieken en dalen
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
09 Oktober 2014 | Australië, Kakadu
Een zweterige hike door jungle-achtig struikgewas brengt ons bij het bassin van de Mamuk-waterval. Het water is superhelder en prachtig van kleur en meerdere mensen willen er wel een duik nemen. Het is er ook krokovrij, wat in deze omgeving niet vanzelfsprekend is. Er zijn hier zoet-en zoutwaterkrokodillen en die zijn (zo leren wij) heel verschillend: de zoete variant is erg schuw en daar heb je helemaal geen last van (dat zal best, maar als ik wist dat er ergens eentje huisde ging ik toch niet het water in), maar de “salties” zijn rete-agressief en vallen je zonder enige provocatie aan – het feit dat je bestáát is kennelijk al een provocatie. Langs het wandelpad staan dan ook meermaals bordjes met ‘crocodile warnings’: ga niet te water, ga niet van het pad af… ze kunnen best in de buurt zijn.
Na dit zwemstopje marcheren we verder, en nu gaan we de berg op om dit bassin van boven te bekijken; wederom kan er gezwommen worden, maar Sylvain en ik houden wederom onze kleren aan (het verschil is niet heel groot want in dit weer ben je zonder te zwemmen ook wel drijfnat) en maken nog een klein extra klauterpartijtje naar een plekje waarvandaan we een mooi stroomopwaarts panorama hebben. Ook dit is weer anders dan wat we gisteren gezien hebben: alleen al in dit National Park is een veelheid aan landschapsvarianten met hun eigen soorten begroeiing te zien. Nou is dit NP ook wel bijna 20.000 km2 groot, maar toch: de verschillende gebieden liggen soms echt maar enkele kilometers van elkaar verwijderd.
Om bij een andere waterrijke plek te komen moeten we ruim een uur rijden en dan wordt het meer dan duidelijk waarom je hier op sommige wegen een 4WD nodig hebt! De vering van de bus wordt danig op de proef gesteld en als we als passagiers niet verplicht onze gordel om hadden gehad hadden er wel een paar naast hun stoel gelegen – of waren met hun hoofd door het dak van de bus geschoten. Allemachtig, wat een rit! Het zou me werkelijk niets verbazen als de uitvinder van de achtbaan hier zijn inspiratie van had gekregen. Op onze volgende bestemming, Gunlom, krijgen we een prima verzorgde lunch voorgeschoteld en dan is het tijd voor de volgende wandeling. Hij is kort maar hevig want heel steil de berg op.
Nou beschouw ik mijzelf als iemand met een redelijke conditie, maar halverwege de klim krijg ik het enorm moeilijk. Ik hijg mijn longen uit mijn lijf en het zweet stroomt mijn poriën uit. Volgens mij zweten mijn knieën zelfs aan de voorkant, en als mijn tanden konden zweten zouden ze het doen. Ik haal de top van deze klim maar voel me niet erg goed. Vermoedelijk hakt de combinatie van een vleugje vermoeidheid door onze lange dagen, de aktiviteit direkt na de lunch, misschien toch een klein tekort aan water en op zeker de hitte (zo’n 39 graden vandaag) gecombineerd met de luchtvochtigheid er toch wel even in. Ik voel me in elk geval ontzettend flauw en vooral erg zwaaaar. Boven blijf ik niet lang want daar is geen enkele mogelijkheid om te schuilen voor de hitte, dus voordat de anderen het water uit zijn (want dit is voor de verandering een zwemplek) gaan Sylvain en ik alweer de berg af. Langzaam, want flauw & zwaar = slordig, en dit is niet echt een omgeving om te struikelen. Zó snel wil ik nou ook weer niet beneden zijn.
Dit was niet bepaald onze meest interessante trip. Als we hadden geweten dat hij zo op zwemmen was gericht hadden we hem niet geboekt want dat kunnen we bij het hotel ook wel; de lol van een trip met een gids is nou juist dat je veel terrein bestrijkt en ondertussen van alles te weten komt over de dingen die je om je heen ziet. Nou ja, dit was even pech. Gelukkig hebben we de foto’s nog, van enkele waterige panorama’s.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley