Het Klein Orkest is nooit ver weg
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
31 Augustus 2012 | Duitsland, Berlijn
Deze wijk heeft een sterke gemeenschapszin, zoveel is wel duidelijk als ik erdoorheen wandel. In de Oranienstrasse zijn winkeltjes te vinden die pro-Kreuzberg T-shirts verkopen met teksten als: “Kreuzberg muss Kreuzberg bleiben”, pal naast een druk verkeersplein ontwaar ik opeens een stadsmoestuin waar iedereen uitgenodigd wordt ook groenten en kruiden te verbouwen en waar niemand rechten kan doen gelden op eigen gewassen (want alles is van iedereen), en in de Markthal die ik bezoek hangen in het gangetje naar de toiletten enkele informatieborden met daarop de geschiedenis van Markthalle IX en hoe een speciaal opgericht wijkcomité de hal heeft gekocht en draaiende houdt, toen de stad daar geen zin meer in had. Klaarblijkelijk heeft men hier hart voor de wijk!
De grotere straten hier zijn afgeladen met allemaal kleine winkeltjes; behalve een enkele lunchgelegenheid zijn hier geen ketens te vinden. LP’s worden hier nog verkocht, er is een zaakje dat leren riemen op maat verkoopt, er is een minuscuul pandje met Indiase sjaals en prullaria, en een hele trits eettentjes die zoveel mogelijk mini-tafeltjes op straat hebben staan. Lekker pal langs de uitlaatgassen want de stoep is niet breed – maar alles zit vol rond het middaguur. Ik loop langs een etalage waarin op een kurkbord allerhande geborduurde patches geprikt zitten – het merendeel schedels, botten en rozen, dat werk – en moet hardop lachen om een patch met de briljante tekst: “Ich bin nicht tod – ich rieche nur so!” In een andere etalage zijn bedrukte T-shirts te zien met enkele geniale teksten: “Welcome to Berlin – NOW GO HOME!” , “Star Wars Coffee – may the froth be with you” onder een op Starbucks geïnspireerd logo, en “iDream” bij een afbeelding van Martin Luther King met een iPod in zijn hand en oorspeakertjes in.
Het nadeel van naar Berlijn op vakantie gaan is dat ik in mijn hoofd voortdurend word geconfronteerd met dat liedje van Het Klein Orkest met die gruwelijke uitspraak van Harrie Jekkers. Zo ook vandaag: “maar wat is nou die vraaihaaid, zonder werk, zonder bahn; zoveel Turken in Kreuzberg, die amper kunnen bestahn”. Inmiddels ziet het ernaar uit dat de Turken zich er aardig bovenop geworsteld hebben want een zéér groot deel van de winkels draagt Turkse namen. Van garages tot hypotheekverstrekkers, van reisburo’s tot restaurantjes. Overigens is het niet allemaal rozengeur en manenschijn hier; in verschillende zijstraten zijn er nog genoeg panden te vinden die duidelijk nog niet ver-yuppie’d zijn.
Aan het begin van de middag breng ik een bezoek aan het Schwules Museum dat op een redelijk klein oppervlak een enorme hoeveelheid informatie herbergt over kunst, cultuur en geschiedenis van het homoseksuele leven in Duitsland – en vooral Berlijn aangezien deze stad begin vorige eeuw een gay paradijs was totdat met de opkomst van de Nazi’s de klad erin kwam. Ik begin vol goede moed alle info te lezen maar ik ga al snel wat globaler scannen want met die zware wandelbenen van me krijg ik het niet voor elkaar om lang stil te staan.
Overigens bevindt dit museum zich, net als het hotel waarin ik verblijf, in een Hinterhaus: een flat die niet direkt aan de straat staat maar achter de eerste rij bebouwing. Door een poort aan de straat bereik je de Hinterhäuser. Dit soort bebouwing zie je veel hier; eigenlijk is het een gevolg van het ontbreken van richtlijnen in bouwbesluiten (aangezien er geen andere eis werd gesteld aan de achtertuin van een flat dan dat die minstens 28m2 moest zijn werd het vrij eenvoudig om die 28m2 open te laten en daarachter gewoon nog een flat neer te zetten). De meest uiteenlopende bedrijfstakken vestigden zich in de Hinterhäuser (van metaalbouw tot confectie-ateliers) en dat ontsierde de straat dan niet. Eigenlijk waren het dus tweederangsplekken maar ik kan me zomaar voorstellen dat een inwoner van Berlijn bij voorkeur in een Hinterhaus zit; die paar meter van een drukke straat af maakt een wereld van verschil qua rust. (En dan laat ik hier de sloopwerkzaamheden achter mijn hotel even buiten beschouwing…)
Om in mijn eerdergenoemde zware onderdanen weer een beetje bloedsomloop te genereren stiefel ik door naar het Viktoriapark waar op een 60 meter hoge heuvel (de hoogste natuurlijke heuvel in Berlijn) het gotisch gevormde Nationaldenkmal staat dat de bevrijdingsoorlogen tegen Napoleon Bonaparte gedenkt. Aan de lege bierdoppen die erbij liggen is af te lezen dat men op deze plek ook met regelmaat de hangjongeren onder ons gedenkt. Ik loop ook nog even door een mooie 19e-eeuwse hof en spring dan op metro en trein om naar het Treptower Park te gaan. Op aanraden van een collega neem ik een kijkje bij het Sowjetisches Ehrenmal in dit park. Deze buitensporig grote (10 ha!!) gedenkplaats is de laatste rustplaats van zo’n 7.000 gesneuvelde soldaten uit het Rode Leger, die hadden gevochten tegen de Nazi’s. Het geheel heeft wat weg van een paradeterrein: het wordt omringd door honderden populieren die streng in het gelid staan en de uitvoering van het geheel is strikt symmetrisch. Er staan gebeeldhouwde natuurstenen sokkels die uitgebeitelde teksten bevatten waarin de woorden helden, moed, opoffering en vaderland veelvuldig voorkomen. Overigens zijn al deze verheffende teksten van de hand van Stalin… ook niet echt een poster boy for peace lijkt me.
Na nog een heel eind terug richting stad gelopen te hebben omdat ik toch nog graag het kunstwerk Molecule Man in de rivier de Spree wil zien en fotograferen besluit ik dat het mooi is geweest voor vandaag – er zit zomaar weer 10 km in mijn benen denk ik. Ik stap op de eerste de beste bus die ik tegenkom. Qua openbaar vervoer is Berlijn niet minder dan ideaal: op elke route liggen meerdere kruisingen met andere routes, dus met 1x overstappen zit ik alweer op de route naar het hotel. Ik kan niet wachten tot ik mijn schoenen uit kan schoppen!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley