Lepra & Macademia
Door: Tessa Romein
Blijf op de hoogte en volg Tessa
27 September 2011 | Verenigde Staten, Molokai
Ook vandaag moeten we vroeg uit de veren want er staat een muilezeltrip op het programma, en we moeten ons reeds om 08.00 uur bij het startpunt melden. We krijgen een muilezel toebedeeld, stappen op en gaan op weg. Op dat moment is het nog best fris en het motregent zelfs! Maar dat duurt niet lang, binnen no time is het al lekker opgewarmd.
Onze muilmedereizigers zijn twee Amerikaanse dames die elkaar hebben leren kennen op de militaire basis in Oahu (we zijn erlangs gereden toen we gisteren met de bus van het hotel naar het vliegveld gebracht werden – best een heel uitgebreide compound), waar hun echtgenoten gestationeerd zijn. Beth en Lisa zijn bezig om nog even te genieten van hun verblijf op Hawaii, want beiden hebben al bericht gekregen dat ze binnen een jaar weer elders zullen moeten verkassen. Tja, “the army decides” is het motto waar ze noodgedwongen mee leven.
De muilezels sjokken met ons over de zogenaamde Kalaupapa Trail, een pad over een 1.664ft (ca. 575 meter) hoge bergrug naar de Kalaupapa Peninsula, dat in de 19e eeuw werd aangewezen als de leprakolonie van Hawaii. Het was daartoe ook perfect gesitueerd: lekker afgelegen en over land behoorlijk beroerd bereikbaar. Op de muilezels doen we er anderhalf uur over om het pad af te leggen, wandelaars die we onderweg tegenkomen hebben er een kleine twee uur over gedaan. Maar uiteraard zijn wij daarvóór nog met de auto een heel stuk gekomen. Aan het einde van de Kalaupapa Trail stappen we van onze viervoeters af en worden we opgehaald door een typisch Amerikaanse School Bus, zo eentje die je altijd in de film ziet, om een rondje te maken door het Kalaupapa National Park. Hier mag je niet op eigen houtje doorheen stiefelen. Aan de ene kant is dat natuurlijk spijtig maar Norman, onze gids die meer vingers heeft dan tanden, weet wel een hele hoop, dus in die zin is het wel heel fijn om gewoon een beetje te zitten en naar hem te luisteren.
Vanaf 1865 was het slecht verpozen hier: het kwam erop neer dat als je leprapatient was, je werd afgevoerd uit de plaats waar je woonde, afscheid kon nemen van je familie en vrienden (tenzij je zo gelukkig was dat een familielid met je meeging om voor je te zorgen), op een boot werd gezet en werd gedumpt op dit afgelegen stuk land en dan maar moest zien hoe je jezelf verder redde – en dat alles terwijl je lichaam werd aangetast door de lepra. In het park zijn foto’s te zien van de leprozen (lepra wordt hier heel politiek correct Hansen’s Disease genoemd, omdat “calling them lepers meant that these people were only identified by the disease they were afflicted by, and their other qualities were ignored”. Natuurlijk. Alsof je in een kamer waar één lepralijder zit, die persoon aanduidt als ‘degene die zo goed kan zingen’, in plaats van ‘die persoon zonder vingers’.) en die beelden zijn werkelijk afschuwelijk.
Het keerpunt kwam toen Pater Damiaan, een Belgische priester, zich in 1873 het lot van deze mensen aantrok en vrijwillig naar Moloka’i verhuisde om de zorg voor hen op zich te nemen. Hij werkte als priester, verpleegkundige en timmerman tegelijk, bouwde hutten en kerken, legde waterleidingen aan en verzorgde de zieken. Zelf viel hij ook ten prooi aan lepra en in 1889 overleed hij hier temidden van de mensen waar hij voor gekomen was. In 2008 werd hij door de paus heilig verklaard en dat is overal hier a very big thing. Het is so wie so heel opvallend hier in Moloka’i hoeveel verschillende kerken en kerkjes er zijn voor de relatief kleine bevolking. Wat mij ook erg opvalt is dat het hier in Kalaupapa Father Damien voor en Father Damien na is, en dat er voor bijvoorbeeld Joseph Dutton, een voormalig militair die spijt had van de dood en verderf die hij in zijn legercarrière had gezaaid, naar Kalaupapa kwam om boete te doen en hier vervolgens 44 jaar (tegenover de 16 jaar van Pater Damiaan) goed werk deed voor de patiënten, slechts één plaquette is weggelegd. Het zal er wel iets mee te maken hebben dat Damiaan de eerste was die kwam.
Na de tour door het National Park aanvaarden we de terugreis op onze ezelientjes. Lang, lang geleden, toen Sylvain en ik op vakantie waren in Schotland, hebben we een paardentochtje gedaan en Sylly zat toen op een nogal eigenzinnig beest dat eigenlijk alleen interesse had in eten en schijten, en beide veelvuldig deed tijdens ons rondje over het platteland. Deze morgen sprak hij de hoop uit dat hij deze keer een normaal schepsel zou krijgen om te berijden. Die wens werd vervuld met Tita die hem onder de bips werd geschoven. Maar ja, waar er een yin is, is er ook een yang, dus ja hoor, ondergetekende zat nu keihard in de mongolenwaaier. Mijn Makani is de spreekwoordelijke koppige ezel die ik wel honderd keer op de heenweg (die voor 98% bergafwaarts ging) heb moeten aansporen middels klikgeluidjes, hielen in de flanken en wanhopige kreten om door te lopen.
De terugweg is dus bergopwaarts en dat gaat Makani beduidend beter af; maar kennelijk werkt het bergopwaarts lopen extra op zijn spijsvertering, want met grote regelmaat wordt elke stap vergezeld van scheetgeluiden. Dat stimuleert de overige muilezels weer om voor harmonie te zorgen dus af en toe lijkt het tochtje wel een fart contest. Ach, je kunt weinig anders dan erom lachen dus dan doen we ook veelvuldig. De hele trip is trouwens erg vermakelijk want onze gids is enorm lollig.
Tijdens de lunch in het leprapark (ja ja, niet politiek correct, ik weet het) krijgen we van één van de wandelaars een tip om nog even te gaan kijken bij een macademianotenteler die vlak in de buurt zit, en dat doen we ook. Het is een bezoekje van nog geen twintig minuten (dat heeft ongetwijfeld ook te maken met het feit dat het hek nèt dicht gaat op het moment dat wij om 15.30 uur komen aanrijden, maar vooruit, we kunnen nog wel even naar binnen), maar wel leuk en leerzaam. Een kleinschalige producent die geheel biologisch te werk gaat met zijn 300 bomen, geinig om dat even van dichtbij te zien. Zo leren wij dat de macademiaboom een unieke boom is omdat hij het hele jaar door produceert, en één boom kan alle stadia van productie tegelijk vertonen: zowel trosjes als bloesem als de noten in alle levensfasen zijn tegelijk zichtbaar in elke boom. Apart! We mogen zelf een nootje kraken, en proeven het verschil tussen een verse noot en een gezouten & geroosterde noot. Verder dippen we nog wat verse kokosnoot in macademiahoning, ook superlekker. Een geweldige dag!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley